maandag 16 januari 2017

De mooie Vlaamse taal



Na het lezen van ‘Vele hemels boven de zevende’ van Griet Op de Beeck, was ik erg benieuwd geworden naar ‘Kom hier dat ik u kus’.
Rondom het debuut, ‘Vele hemels boven de zevende’ was geen mediacircus gebouwd in Nederland, maar rondom het tweede boek ‘Kom hier dat ik u kus’ was dat wel het geval.
In alle damesbladen werd over het boek gesproken en ook het boekenpanel in de DWDD was een goede promotieplek.

Dus vol verwachting  - ik was erg gecharmeerd van het eerste boek - ging ik aan het lezen.
‘Kom hier dat ik u kus’ is geschreven vanuit Mona en beslaat een drietal periodes in het leven van Mona.
Mona is de oudste in het gezin, na haar komt haar broertje Alexander. Alexander doet alles goed in tegenstelling tot Mona. Tenminste dat is wat Mona denkt.
Dan overlijdt de moeder van Mona door een noodlottig ongeval en staat het leven van Mona en haar broertje op de kop.
Wie moet er nu voor hen zorgen? Mona neemt die rol op zich en blijft zich eigenlijk altijd verantwoordelijk voelen voor Alexander.
Mona krijgt een nieuwe moeder, die nogal labiel in het leven staat. Later krijgen zij en Alexander ook nog een zusje Anne-Sophie.
Er wordt een verhaal verteld van mensen die binnen het gezin allemaal hun best doen om hun rol goed te spelen. Mona lijkt het daar wel het meest moeilijke
mee te hebben. Zij heeft zich aangeleerd om steeds weer zich aan te passen aan de verschillende situaties omdat er niet wordt gesproken over de situaties en de problemen
die die met zich meebrengen. Mona houdt hier haar hele leven last van. Toch eindigt het verhaal positief, Mona gaat keuzes maken.
Bijzonder om te lezen en weer een wonderschoon taalgebruik!

Toch vond ik het debuut van Griet Op de Beeck beter dan dit tweede boek. Waarom weet ik niet precies, maar het was alsof de personen van ‘Vele hemels…’ me dichter op de huid gingen zitten en het verhaal me nog meer raakte. Neemt niet weg dat bij het slot van beide boeken me tranen in de ogen stonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten